De Volkskrant 2008: ‘Een plaats in de top-10 is niet uitgesloten’

In de zomer van 2008 liep ik stage bij de sportredactie van De Volkskrant.

Hiervoor schreef ik meerdere stukken voor de krant en voor online publicatie.

Hierbij één van de stukken die ik schreef voor de voorpagina van de krant tijdens deze prachtige sportzomer.

 

 

‘Een plaats in de top-10 is niet uitgesloten’

STEIN Sander Berk was zaterdag topfavoriet bij het open NK olympische afstand triatlon in Stein. Hij kwam als eerste over de eindstreep en lijkt goed op schema te liggen in de aanloop naar de Olympische Spelen….

Hoe sta je er nu voor?‘Goed. Op dit moment is het winter in Zuid-Afrika, dus sluiten de wedstrijden in Nederland mooi aan op de trainingen die ik daar heb gedaan. Mijn trainers wonen in Nederland, dus ik ben nu intensief met hen in de weer.

‘In Afrika trainde ik steeds vaker samen met de Afrikaanse triatleten om mezelf te verbeteren. Binnenkort vertrek ik met een jongen uit Zimbabwe voor drie weken naar Korea om de laatste voorbereidingen voor de Spelen te treffen.’

Hoe zijn de trainingsomstandigheden in Zuid-Afrika en hoe zien jouw trainingen eruit?

‘De faciliteiten zijn beter dan hier. Het land heeft een echt topsportklimaat, elke school heeft zijn eigen sportcentrum. Het wedstrijdseizoen loopt van oktober tot maart, waarbij ik me vooral heb gericht op het tempo trainen. Ik probeer mijn snelheid te ontwikkelen. In Nederland zal ik vooral wedstrijden gaan fietsen.’

Zijn er wezenlijke verschillen tussen de trainingen nu en hoe je eerder trainde, toen je het olympisch niveau nog niet kon bereiken?

‘In Europa gaat het bij de trainingen meer om hoeveel er getraind wordt. In Afrika en Australië trainen de atleten vooral op snelheid. Voor mij is dat de ideale koppeling, waardoor ik het niveau heb bereikt waarop ik nu zit. De Spelen zijn in mijn sport het hoogst haalbare, dus ik richt me daar volledig op.’

De concurrentie bij het NK is niet zo groot. Hoe zit dat bij de Spelen?

‘Het NK is juist een moeilijke wedstrijd. Deze keer is een goede concurrent uitgevallen, waardoor de kopgroep kleiner was. De kans dat ik bij het fietsen wordt teruggehaald, is dan juist groter. Ik was blij dat ik Luc van Es, mijn directe concurrent van vandaag, eraf heb gelopen. Ik had vermoeide benen van al het trainen en kon alleen maar denken: hij moet ergens breken.

‘De olympische wedstrijd is eigenlijk de makkelijkste van het jaar. In plaats van met 100 of 85 deelnemers start je de wedstrijd maar met 55 die nagenoeg even goed zijn. Er is meer strijd en er is geen grote middengroep die de gaten dicht. De toppers moeten dat probleem zelf oplossen en dat kost iedereen meer kracht. Als ik bij die kopgroep kan aansluiten, is een plaats in de top-10 niet uitgesloten.’

Hoe lang wil je nog meedoen op het hoogste niveau en kom je daarna terug naar Nederland?

‘Dat weet ik nog niet. Na de Spelen richt ik me op het WK 2009 in Gold Coast, Australië. Of ik terugkom naar Nederland, is afhankelijk van veel factoren. Zuid-Afrika is voor mij mijn tweede vaderland. Ik wil samen met mijn vrouw aan een toekomst bouwen en het is moeilijk voor haar een verblijfsvergunning te krijgen.’

Amber Roner