Het is een mooie week voor vrouwen in de topsport. Annemieke van Vleuten wint La Course, nadat ze de eerste etappe makkelijk weg rijdt van de concurrentie en met ruime voorsprong als eerste boven komt op de Izoard. Met een snelheid waarmee ze, zo blijkt, ook het bijna volledige mannenpeloton ver voor was gebleven. Een prachtprestatie!
Er is ook feest voor de vrouwelijke voetballers in Nederland. De openingswedstrijd van het EK spelen de Oranje Leeuwinnen in een stadion in eigen land, live uitgezonden op nationale tv en radio. En juist die wedstrijd overtuigend met 1-0 winnen, levert naar mijn idee terecht veel lof op. Fanatiek, met mooie acties, slechte pases en een prachtig doelpunt. Een publiekswissel met een staande ovatie. Het laat zich opschrijven als een meisjesboek! Mijn meisjesboek!
Ik zit met tranen in mijn ogen bij de perfecte kopgoal van Shanice van de Sanden. Tranen zoals ik dat 22 jaar geleden had bij de Champions Leagues finale van Ajax tegen AC Milaan. Het voelt als een immense overwinning.
Ik bemoei me nauwelijks nog met maatschappelijke discussies, dus laat staan dat ik me meng in gesprekken over emancipatie. Maar wat ik voel, is ontlading. Een gevoel van trots. Trots op de vrouwen die het pad gebaand hebben voor het vrouwenvoetbal in Nederland. Dat het niveau gewoon goed is en dat het de aandacht krijgt wat het verdiend.
Afgelopen dagen werd ik via alle mogelijke social kanalen gewezen op de zoektocht van radio 1 naar een vrouwelijke voetbalcommentator. Volgens mijn vrienden en kennissen, is dit wat ik moet doen. Ik heb er even naar gekeken. Het blijkt een wedstrijd, waarbij je kaarten kunt winnen voor de finale, op de tribune, niet naast de commentator op de perstribune.
Dertig jaar geleden droomde ik er van voetballer te worden. Mijn ouders wilden daar niet aan. Ook waren de mogelijkheden gewoonweg beperkt. Voetballen kan tot de B-tjes met de jongens, maar een damesteam is er niet. Het werd handbal, fanatiek ook, bijna zestien jaar lang. Voetballen deed ik op het schoolplein, op een veldje en op sportdagen, maar altijd met de jongens.
Voetbalverslaggever werd mijn nieuwe droom. Als commentator bij de NOS ooit verslag te mogen doen van de wedstrijden van Ajax, was een hele fijne nieuwe ambitie. Zo jong als ik was, werd het kijken van voetbal een groot deel van mijn leven. Mijn ouders hebben niets met voetbal en om er vanaf te zijn kochten ze een tweede tv, waarop ik alle wedstrijden in een andere ruimte kon volgen.
Ik zal ongeveer tien geweest zijn, toen ik vol trots in mijn Ajaxshirt in de werkkamer van m’n vader iedere wedstrijd van mijn helden van minuut tot minuut op papier zette. De acties, de vrije trappen, de opstellingen, de overtredingen, de goals. Ik maakte van iedere wedstrijd een uitgebreide analyse. Mijn moeder kocht trouw de kranten, waaruit ik de opstellingen knipte en inplakte bij mijn wedstrijdverslagen. Mijn kamer hing vol met posters van de spelers van Ajax, waar mijn zus en vriendinnen de plaatjes van Milli Vanilli of de New Kids on The Blocks aan hun muur prikten.
Een vrouw in een mannenwereld. Ik heb het nooit zo gezien en ben op latere leeftijd pas gaan beseffen dat anderen er wel op die manier naar kijken. Regelmatig krijg ik de vraag wat ik nou toch zo leuk vind aan voetbal. Die vraag wordt nooit gesteld aan de vrienden met wie ik kijk. De mannen die nog iedere keer verrast zijn dat ik dan ook echt verstand heb van de sport, die hoor ik niet eens meer. Ook toen ik als commentator en verslaggever voor de sportuitzending van AmsterdamFM mijn zondagen doorbracht langs de lijn van verschillende sportvelden in Amsterdam, kwam er na het interview een opmerking of vraag over het feit dat ik dit als vrouw deed.
Ik besloot heel bewust niet mee te doen aan de wedstrijd van Radio 1. Niet omdat ik het geen leuk initiatief vind, want dat is het zeker. Maar ik vind oprecht dat die vrouwelijke commentator er al lang had moeten zijn. Dat de productie rondom een sportevenement als het EK voetbal voor vrouwen vergelijkbaar zou kunnen zijn als voor ieder ander sporttoernooi. Dat er op iedere positie zowel mannen als vrouwen beschikbaar zijn, omdat ze hun vak verstaan. Dat er meer mannen dan vrouwen rond lopen in de Nederlandse sportjournalistiek is een feit, maar je kunt mij niet vertellen dat er geen goede vrouwelijke commentatoren te vinden zijn. Wanneer je een zoektocht start zo ongeveer op de dag dat het toernooi begint, ben je gewoon te laat.
Ik weet dat er veranderingen gaande zijn bij de omroepen en dus ook bij de sportzenders. Net als in iedere andere branche gaat dat langzaam. Maar met de successen van de sportvrouwen deze week en het feit dat de voetbalwedstrijden live worden uitgezonden op tv, radio en online inclusief studio progamma, analisten en commentatoren, zijn we op de goede weg.
Iedere sportprestatie vertelt een mooi verhaal. Het brengt herkenning, verbinding, respect, vreugde en verdriet. Ik verheug me nu al op de dag dat het een vrouwenstem is die dat verhaal verteld en op dat gevoel van trots en ontlading.